Stagefinanciering vanuit de Jeugdwet of wet Passend onderwijs?

Een lokaal team heeft ons om advies gevraagd omtrent de financiering van een stage van een jeugdige. De casus betreft een 17-jarige jongen met het syndroom van down, die op het speciaal onderwijs zit. De school van de jeugdige wil de jongen stage laten lopen op een zorgboerderij. Zijn school en de zorgboerderij vragen het lokaal team om een beschikking. Het lokaal team vraagt zich af of zij vanuit de Jeugdwet moeten betalen, of dat het onderwijs moet betalen op basis van de wet Passend onderwijs.

Het antwoord op de vraag van het lokaal team, hangt af van het doel van de stage.

Ten eerste kan het in deze casus gaan om regulier stagelopen. In dit geval is het onderwijs verantwoordelijk voor de financiering. Ten tweede kan het gaan om een stage als dagbesteding, in dit geval is de Jeugdwet verantwoordelijk voor de financiering. Ten derde kan het in deze casus gaan om een stage in de zin van wennen bij een dagbesteding. Er is dan geen uitzicht op een reguliere arbeidsplek, het gaat dan feitelijk om deelname aan een zorg programma. De Jeugdwet is in dit geval verantwoordelijk voor de bekostiging. In tegenstelling tot reguliere stages is hierbij geen sprake van productiviteit voor de ‘stage-instelling’ en is wellicht zelfs meer begeleiding nodig. Inhoudelijk kan je daaraan de volgende criteria verbinden:

• ​De leerling moet in staat zijn de stage te volgen;
• ​Er moet een OPP (ontwikkelingsperspectief) zijn, waarin de stage en de doelen zijn opgenomen;
• ​Ouders moeten akkoord zijn met de stage.

In huidige casus zal dus eerst het doel van de stage duidelijk moeten zijn, voordat duidelijk is of de stage gefinancierd moet worden vanuit de Jeugdwet of wet Passend onderwijs.