Zorg & support

Het beoordelen van een jeugdhulpvraag voor jeugdhulp in het buitenland.

Decorative image

Een gemeente heeft ons om advies gevraagd met betrekking tot de beoordeling van een jeugdhulpaanvraag voor jeugdhulp in het buitenland, geboden door een in het buitenland gevestigde Nederlandse aanbieder. 

Casus

Een gemeente krijgt een aanvraag binnen voor jeugdhulp in het buitenland, geboden door een Nederlandse aanbieder. Het gaat om een behandelweek met verblijf voor gezinnen met een kind waarbij specifieke problematiek speelt. De gemeente neigt naar het afwijzen van de aanvraag, aangezien de hulp volgens hen niet voldoet aan het Afsprakenkader buitenlands zorgaanbod. Ze vragen zich af hoe wij de aanvraag zouden beoordelen. 

Ons advies

Jeugdhulp in het buitenland wordt op zichzelf niet uitgesloten door de Jeugdwet. De landen waar gemeenten over het algemeen jeugdhulp kunnen inkopen, zijn de landen die behoren tot de Europese Economische Ruimte (EER). Dit zijn alle EU-landen plus Liechtenstein, Noorwegen en IJsland. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) heeft geen bevoegdheden om in deze landen toezicht te houden op de kwaliteit van de jeugdhulp. Maar er zijn wel Europese afspraken gemaakt over de kwaliteit die gesteld wordt aan jeugdhulp en binnen de EER zijn afspraken gemaakt over hoe samengewerkt kan worden tussen de verschillende toezichthouders om die kwaliteit ook te toetsen. 

De Jeugdwet stelt (in hoofdstuk 4) eisen aan de kwaliteit van jeugdhulpaanbieders. Wanneer een gemeente een zorgaanbieder in het buitenland wil contracteren, zal de kwaliteit getoetst moeten worden. Het Afsprakenkader buitenlands zorgaanbod Jeugd geeft een leidraad hoe deze te toetsen conform de normen die gehanteerd worden in de Jeugdwet. In het Afsprakenkader staat onder andere hoe te beoordelen wie eindverantwoordelijk is voor de geboden kwaliteit en wie daarmee getoetst dient te worden door het college. In deze casus ligt, op basis van dit afsprakenkader, de eindverantwoordelijkheid bij de Nederlandse aanbieder om aan te tonen aan het college dat aan de kwaliteitseisen wordt voldaan.  

Wanneer een (buitenlandse) aanbieder niet aan de kwaliteitseisen kan voldoen of wanneer deze niet te toetsen zijn, is dat reden om de aanvraag af te wijzen op basis van artikel 4.1.1 en verder uit de Jeugdwet. 

In deze casus gaat het om een Nederlandse zorgverlener die het eigen aanbod (deels) in het buitenland aanbiedt, maar onder eigen verantwoordelijkheid en regie. 

De eerste stap is om te beoordelen in hoeverre deze beoogde Nederlandse aanbieder voldoet aan de kwaliteitseisen die door de Nederlandse wet worden gesteld aan jeugdhulpaanbieders. Een jeugdhulpaanbieder in Nederland moet zich op de door middel van een ministeriële regeling aangewezen manier registeren als jeugdhulpaanbieder (artikel 4.0.1 lid 2 Jeugdwet), waardoor er door de IGJ toezicht gehouden kan worden op de kwaliteit. Om als gemeente een jeugdhulpaanbieder te contracteren of via een maatwerkcontract in te zetten is noodzakelijk dat een dergelijke zorgaanbieder dit heeft gedaan. Indien er geen sprake is van een geregistreerde jeugdhulpaanbieder is er grondslag om de aanvraag voor (gecontracteerde) jeugdhulp door deze specifieke aanbieder af te wijzen. 

Ouders zouden vervolgens om een persoonsgebonden budget (Pgb) kunnen vragen, wanneer een maatwerkcontract niet mogelijk is door het niet voldoen aan de kwaliteitseisen. Vooralsnog is niet wettelijk vastgelegd dat het Afsprakenkader ook dan geldt, hoewel dit wel logisch lijkt gezien het toetsen van de kwaliteit van de geboden hulp bij Pgb ook is vastgelegd in de Jeugdwet. Het is daarom aan te raden dit in ieder geval vast te leggen in de verordening Jeugdhulp in de regels omtrent het toekennen van een Pgb. Momenteel zijn er nog geen regels over jeugdhulp in het buitenland opgenomen in de verordening van de gemeente uit deze casus.  

Echter ook bij de aanvraag voor jeugdhulp in de vorm van een pgb moet de kwaliteit van de beoogde aanbieder getoetst worden (artikel 8.1.1 lid 2 sub c Jeugdwet) en kan dit reden zijn tot het afwijzen van de aanvraag voor jeugdhulp in de vorm van een Pgb. De gemandateerd professional zal op basis van het Kwaliteitskader Jeugd en de norm van verantwoorde werktoedeling kwaliteitskader-Jeugd-v2.1.pdf moeten bepalen in hoeverre de kwaliteit van de aanbieder voldoet voor de beoogde jeugdhulp die ingezet moet worden. De Jeugdwet verplicht aanbieders van jeugdhulp en jeugdbescherming tot het verlenen van verantwoorde hulp (artikel 4.1.1). Daarvoor moeten zij hun organisatie zo inrichten dat er voldoende kwalitatief en kwantitatief personeel en materieel beschikbaar is. Professionals zijn verplicht om te handelen als goede hulpverleners, in overeenstemming met de verantwoordelijkheid die zij hebben voortvloeiend uit hun professionele standaard (o.a. beroepscode en vakinhoudelijke richtlijnen). In enkele gevallen kan gemotiveerd afgeweken worden van bijvoorbeeld de inzet van een geregistreerd professional. Gezien de gevraagde inzet van jeugdhulp in deze casus lijkt dat laatste niet aan de orde en moet de hulp geboden worden door een geregistreerd professional. 

Samengevat

De aanvraag kan voor het wel of niet toekennen, worden beoordeeld op basis van artikel 4.0.1 (en verder) Jeugdwet, artikel 8.1.1 lid 2 sub c Jeugdwet en artikel 3.1 Nadere regels Jeugdhulp van de gemeente. Het advies is om regels omtrent de inzet van jeugdhulp in het buitenland, ook in de vorm van Pgb, te verankeren in de verordening Jeugdhulp.  

Meer weten over de jeugdwet?

Wij hebben brede kennis over de Jeugdwet en geven trainingen aan professionals!

Heb je naar aanleiding van dit artikel nog vragen? Neem contact met ons op. 

Decorative image

Lennart

Adviseur en vakgroepleider
Zorg & support

Decorative image

Joris

Adviseur en vakgroepleider
Zorg & support

Gerelateerde artikelen